Onze bijdrage aan een duurzame veehouderij

Duurzaamheid – kernwaarde van ForFarmers en integraal onderdeel van de bedrijfsvoering

Duurzaamheid is, naast ambitie en partnerschap, een van de drie kernwaarden van ForFarmers, en wordt gezien als een vanzelfsprekend en integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. We richten ons in het kader van duurzaamheid op de ethiek en werkwijze van onze leveranciers, op hoe we zelf verbeteringen kunnen doorvoeren in onze productie en logistieke processen en op een beter rendement voor veehouders terwijl onder meer de fosfaat-en stikstofuitstoot op het boerenerf wordt verminderd. We zetten ons continu in voor ‘meer met minder’. Ofwel: meer productie van dierlijke eiwitten met minder gebruik van grondstoffen, door efficiënt en innovatief te werken aan voeroplossingen waarbij diergezondheid en dierenwelzijn centraal staan. Zo helpen we mee aan een duurzame manier om de groeiende wereldbevolking te voeden.

Change layout to 2 columns

De Total Feed-aanpak van ForFarmers: inherent duurzaam

ForFarmers is actief in de keten die op een duurzame manier de groeiende vraag naar voedsel invult. We richten ons met deTotal Feed-aanpak op het leveren van goed voer en advies passend bij de verschillende levensfasen van het dier. Inherent aan deze aanpak zijn verschillende concepten, zoals fermentatie op het boerenerf, non-GGO en biologische voeders. Dieren produceren vervolgens op een efficiënte wijze hoogwaardige levensmiddelen, in de vorm van melk, vlees en eieren, om de mens te voeden. Dieren produceren mest, welke weer wordt gebruikt om plantaardige gewassen te telen. Zo draagt ons voer bij aan de totstandkoming van voeding.
Een van onze kern-productgroepen is DML, waaronder reststromen (co-producten), afkomstig uit de voedings­industrie, die niet meer verwerkt kunnen worden tot menselijke voedingsmiddelen maar wel worden gebruikt als voeders voor dieren. Van de ongeveer 10 miljoen ton volume Total Feed die we jaarlijks aan klanten leveren bestaat circa 2 miljoen ton uit co-producten. We heb­ben als enige voeronderneming een speciale installatie in Lochem (Nederland) om co-producten uit de melk­ver­werking te verwerken tot vloeibare voeders voor varkens.

 

Dialoog met belanghebbenden: basis voor strategische koersbepaling

ForFarmers is in een continue dialoog met haar stakeholders, ook over duurzaamheidsthema’s. Afgelopen jaar hebben we een uitgebreide enquête uitgevoerd om inzicht te krijgen in welke duurzaamheidsthema’s minder of juist meer relevant zijn geworden. De uitkomst van de enquête werd gebruikt voor de aanscherping van de materialiteitsanalyse, die is opgenomen in het hoofdstuk 'Onze stakeholders'.

Duurzaamheidsstrategie van ForFarmers

ForFarmers heeft een duurzaamheidskader ontwikkeld met zes focusgebieden die we materieel achten, verdeeld over de drie thema’s Milieu, Mens & Maatschappij, en Diergezondheid en dierenwelzijn. Op deze thema’s kunnen we invloed uitoefenen binnen de waardeketen. We hebben vijf Key Performance Indicators (KPI’s) gedefinieerd die zijn gerelateerd aan de zes focusgebieden.

Change layout to 1 column

 

Change layout to 2 columns

In dit hoofdstuk worden de drie KPI’s gerelateerd aan het thema Milieu nader toegelicht.
De KPI’s die zich richten op de thema’s Mens & Maatschappij en Diergezondheid & dierenwelzijn worden toegelicht in de hoofdstukken ‘De waarde van en voor onze medewerkers’ en ‘Onze bijdrage met voer aan voeding’.

Een en ander is nader uitgewerkt in onderstaande connectiviteitstabel:

Change layout to 1 column

 

Change layout to 2 columns

Onze bijdrage aan de Sustainable Development Goals

Gedurende 2019 is de duurzaamheidsaanpak van ForFarmers verder afgestemd op de Sustainable Development Goals (SDG’s) of Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Door de verdere focus die is aangebracht in de duurzaamheidsstrategie is de selectie van SDG’s waaraan we een bijdrage aan leveren anders dan de selectie in 2018. Tevens hebben we voor deze SDG’s bepaald op welke onderliggende subdoelstellingen we ons specifiek richten.

 

De huidige selectie SDG’s is:

Geen Honger

2.4 Tegen 2030 duurzame voedselproductiesystemen garanderen en veerkrachtige landbouwpraktijken implementeren die de productiviteit en de productie kunnen verhogen, die helpen bij het in stand houden van ecosystemen, die de aanpassingscapaciteit verhogen in de strijd tegen klimaatverandering, extreme weersomstandigheden, droogte, overstromingen en andere rampen en die op een progressieve manier de kwaliteit van het land en de bodem verbeteren.

Onze bijdrage

De Total Feed-aanpak richt zich op deze SDG-subdoelstelling. We richten ons met de Total Feed-aanpak op het verbeteren van het rendement op het boerenerf, op diergezondheid en dierenwelzijn en op efficiëntie. Het gaat hierbij om een integrale aanpak waarbij de impact op klimaat, natuur en bodemkwaliteit worden meegenomen. Dit doen we door naast voer ook advies en monitoringstools te leveren aan de veehouder. Daarbij streven we onder meer naar het verbeteren van de voederefficiency, ofwel ‘meer (productie) met minder (voer)’, naast het verminderen van CO2-, fosfaat- en stikstofuitstoot, het verhogen van de kwaliteit van het ruwvoer op het boerenerf, en het effectief bemesten.

Verantwoorde productie en consumptie

12.2 Tegen 2030 het duurzame beheer en het efficiënte gebruik van natuurlijke hulpbronnen realiseren.

12.3 Tegen 2030 de voedselverspilling in winkels en bij consumenten per capita halveren en voedselverlies reduceren in de productie- en bevoorradingsketens, met inbegrip van verliezen na de oogst.

Onze bijdrage

Door het gebruik van reststromen in de productie van veevoer wordt voedselverspilling voorkomen. Dieren kunnen laagwaardige nutriënten uit reststromen en co-producten, die niet geschikt zijn voor directe menselijke consumptie, op een efficiënte wijze omzetten naar hoogwaardige dierlijke eiwitten geschikt voor menselijke consumptie. Circa 20% van de ongeveer 10 miljoen ton volume Total Feed dat ForFarmers jaarlijks aan klanten levert bestaat uit co-producten. We zoeken continu naar mogelijkheden om nieuwe reststromen te gebruiken die ofwel direct ofwel als ingrediënt van veevoer kunnen worden ingezet, zoals chocoladepasta voor de varkenshouderij. Daarnaast bieden we nutritionele oplossingen om klanten en veeartsen te helpen de hoeveelheid antibiotica die in de veeteelt gebruikt wordt te verminderen. We gebruiken daarvoor onder meer de ervaring uit Nederland en Duitsland, waar volgens sectorafspraken geen medicatie aan voer mag worden toegevoegd.

Klimaatactie

13.3 De opvoeding, bewustwording en de menselijke en institutionele capaciteit verbeteren met betrekking tot mitigatie, adaptatie, impactvermindering en vroegtijdige waarschuwing inzake klimaatverandering.

Onze bijdrage

ForFarmers geeft naast het advies ten aanzien van de technische prestatie van de dieren ook advies op het gebied van klimaat-gerelateerde onderwerpen. In Nederland doen we bijvoorbeeld mee aan het programma KringloopWijzer, een voedingsstof-managementsysteem voor melkveehouders om het gebruik van mineralen (fosfaat, stikstof en koolstof) op het bedrijf in kaart te brengen. Daarnaast helpen we de veehouder met bemestingsplannen en ruwvoeroptimalisatie.
Om de interne bewustwording en kennisdeling, onder meer over kringlooplandbouw, te bevorderen hebben we dierspecifieke academies opgericht waaraan de adviseurs deelnemen. Bovendien maken we op dit gebied deel uit van verschillende externe netwerken. Via onze ruim 400 voeradviseurs bereiken we rond de 27.000 veehouders. We brengen daarnaast zorgvuldig de klimaatrisico’s in kaart en hebben daarvoor beheersmaatregelen opgesteld.

Leven op land

15.2 Tegen 2020 de implementatie bevorderen van het duurzaam beheer van alle soorten bossen, de ontbossing een halt toeroepen, verloederde bossen herstellen en op duurzame manier bebossing en herbebossing mondiaal opvoeren.

15.5 Dringende en doortastende actie ondernemen om de aftakeling in te perken van natuurlijke leefgebieden, het verlies van biodiversiteit een halt toe te roepen en, tegen 2020, de met uitsterven bedreigde soorten te beschermen en hun uitsterven te voorkomen.

Onze bijdrage

ForFarmers onderschrijft het Amazon Soy Moratorium, dat erin voorziet dat er geen soja in Europese diervoeders wordt gebruikt afkomstig van gronden uit het Amazonegebied die na 2008 ontbost zijn.

 

In 2019 hebben we daarnaast nauw samengewerkt met de FEFAC (European Feed Manufacturers' Federation) om de Responsible Soy Declaration uit te brengen. Europese voerproducenten kunnen op dit online platform vrijwillig verklaren dat zij verantwoord geteelde soja inkopen. Het inkoopbeleid van ForFarmers richt zich op het verantwoord inkopen van palmolie en soja, en voor de inkoop van overige grondstoffen hanteert ForFarmers de Sedex leverancierscode.

Klimaat-gerelateerde risico’s en kansen

ForFarmers heeft in 2019 de klimaat-gerelateerde risico’s en kansen specifieker in kaart gebracht. De risico’s en kansen rondom klimaatontwikkelingen, en ForFarmers’ respons hierop, worden regulier besproken als onderdeel van de Risk Advisory Board en de Taskforce Duurzaamheid. Klimaatrisico is ook als specifiek onderwerp belicht in het hoofdstuk 'Risicomanagement'.

Change layout to 1 column

 

Change layout to 2 columns

Aansturing duurzaamheidsactiviteiten

De duurzaamheidsactiviteiten worden door twee commissies aangestuurd: de Adviesraad Duurzaamheid, voorgezeten door de CEO van ForFarmers, en de Taskforce Duurzaamheid onder verantwoordelijkheid van de directeur Strategie & Organisatie. Voortgang op het gebied van duurzaamheid is één van de kwalitatieve doelstellingen voor de lange-termijn variabele beloning voor de leden van de Raad van Bestuur.

Uitgebreidere informatie over de duurzaamheidsstrategie (inclusief bestuur, rapportagecriteria en beschrijving van de KPI’s) is te vinden in de duurzaamheidsappendix op de corporate website.

Focusgebieden en KPI's nader toegelicht 

We hebben in 2019 vooruitgang geboekt met betrekking tot het meten en rapporteren. Voor de vijf KPI’s zijn in alle landen kwartaalupdates ingevoerd, waarin de prestaties en behaalde resultaten aan de Directie worden toegelicht. In deze updates wordt ook aangegeven wat de toekomstige acties zijn om de resultaten verder te verbeteren. In dit hoofdstuk worden de drie KPI’s gerelateerd aan het thema Milieu nader toegelicht.
De KPI’s die zich richten op de thema’s Mens & Maatschappij en Diergezondheid & dierenwelzijn worden toegelicht in de hoofdstukken ‘De waarde van en voor onze medewerkers’ en ‘Onze bijdrage met voer aan voeding’.

1. Fosfaatuitstoot beperken

Waarom dit onderdeel is van de duurzaamheidsstrategie van ForFarmers

Beperking van de fosfaatuitstoot wordt gezien als relevant focusgebied, omdat het fosfaat dat dieren uitscheiden het oppervlaktewater vervuilt. De EU heeft daarom voor alle lidstaten productieplafonds voor fosfaat ingesteld. Gezien de intensieve veehouderij in Nederland is voor veehouders in Nederland een hoger plafond ingesteld dan voor veehouders in de andere Europese landen. Om onder het fosfaatplafond te blijven werden in 2018 maatregelen getroffen, waaronder het verminderen van de hoeveelheid fosfaat in voer. Het meten van fosfaatefficiëntie is vooral in Nederland van materieel belang en wordt daarom als een KPI beschouwd. Te veel fosfaat in het voer leidt immers tot meer uitstoot in het milieu en daarmee tot het risico van productiebeperkende maatregelen. Te weinig fosfaat leidt tot lagere productie door, en mogelijke gezondheidsproblemen bij de dieren.

Wat er is gedaan in 2019

Tot aan 2019 hebben we ons gericht op het monitoren van fosfaatefficiëntie van alleen de melkvee- en varkenssector in Nederland. We beïnvloeden fosfaatefficiëntie via voeroplossingen door voedingstoffen steeds beter toe te passen en door het gebruik van de nieuwste generatie fytase-enzymen. Het NIC van ForFarmers is betrokken bij diverse testprogramma’s voor de ontwikkeling van voederconcepten die de fosfaatuitstoot verminderen, zoals het recent geïntroduceerde Ultra-concept. We zijn ook continu bezig met het updaten en verbeteren van de nauwkeurigheid van de fosfaatdata in de systemen. Deze nieuwe fosfaatdata maken het mogelijk de optimale voederbehoefte nog dichter te benaderen. Met behulp van die data kan ook de voerefficiëntie verder worden verbeterd. In 2019 hebben we ook de fosfaatefficiëntie van pluimvee in Nederland in kaart gebracht, voor zowel leghennen (eieren) als vleeskuikens (vlees).

Hoe de voortgang wordt gemeten

In Nederland doen we mee aan het programma KringloopWijzer, een voedingsstof-managementsysteem voor melkveehouders om het gebruik van mineralen (fosfaat, stikstof en koolstof) op hun bedrijf in kaart te brengen. Door het voer en de hulpmiddelen die we aan veehouders leveren, helpen we hen de fosfaatefficiëntie van hun bedrijf te kunnen monitoren en de fosfaatverliezen, die voor vervuiling zorgen, te beperken.
In onderstaande tabel wordt de fosfaatefficiëntie in 2018 getoond. De resultaten lopen altijd een jaar achter vanwege de beschikbaarheid van data. Aangezien (betrouwbare) gegevens die nodig zijn voor het berekenen van de fosfaatefficiëntie alleen voor Nederlandse veehouders beschikbaar zijn, is de reikwijdte beperkt tot Nederland.
  

Change layout to 1 column

Fosfaatefficiëntie (alleen voor Nederland)

  2018 2017
  % Aantal boerderijen in de deelwaarneming % Aantal boerderijen in de deelwaarneming
Melkveehouderij 38,4% 2.273 38,4% 2.343
 
Vleesvarkens 54,4% 243 54,0% 245
Zeugen 43,4% 95 41,8% 99
Fok- en voerboerderijen (zeugen en vleesvarkens)* 50,8% 62 48,6% 54
 
Vleeskuikens – regulier 64,5%  192 63,7%  187
Vleeskuikens – diergezondheid en dierwelzijn concepten 49,2%  470 48,9%  458
Legkippen – regulier 16,2%  23 15,7%  19
Legkippen – diergezondheid en dierwelzijn concepten 15,5%  19 14,3%  18
 
De resultaten lopen een jaar achter vanwege de beschikbaarheid van data
* Gesloten varkensbedrijven
Bron: ForFarmers

Change layout to 2 columns

In de melkveehouderij was de fosfaatefficiëntie in 2018 gelijk aan in 2017. Wel zijn er minder melkveehouders in de steekproef dan vorig jaar vanwege discontinuering van het bedrijf. De fosfaatefficiëntie bij varkens verbeterde licht in 2018.  Onze aanhoudende inspanningen om de nutritionele samenstelling van voer te optimaliseren resulteerde in een verbeterde voederconversie en daarmee een hogere fosfaatefficiëntie bij vleesvarkens. In de varkensfokkerij is de verbetering in fosfaatefficiëntie met name gerelateerd aan een toename van het aantal biggen per zeug per jaar en een licht verbeterde voederconversie. We zijn vanaf 2019 in staat om met terugwerkende kracht de fosfaatefficiëntie in pluimvee ook te rapporteren over de laatste jaren. Daarbij is zichtbaar dat de efficiëntie in kleine stappen is verbeterd. Bij pluimvee is de tegenstelling tussen nutriënt-efficiëntie en systeemhouderij duidelijk: dieren gehouden in meer welzijnsvriendelijke systemen realiseren een duidelijk lagere fosfaatefficiëntie. Om een zo zuiver mogelijk vergelijk te presenteren wordt daarom gerapporteerd over de fosfaatefficiëntie in pluimvee in twee hoofdcategorieën: productie volgens regulier systeem en volgens welzijnssysteem.

Hoe hoger het percentage fosfaatbenutting, hoe beter het is. Het is echter niet mogelijk om een fosfaatbenutting van 100% te bereiken. In 2018 bleef de efficiëntie voor de best presterende 25% veehouders nagenoeg stabiel met gemiddeld 43% bij de melkveehouderij, voor vleesvarkens 61%, zeugen 53%, en voor fok- en voerboerderijen (zeugen en vleesvarkens) 56%. Voor leghennen in het regulier systeem bedroeg de fosfaatefficiëntie 18% en voor leghennen in het welzijnssysteem 17%. De fosfaatefficiëntie voor vleeskuikens in het regulier systeem bedroeg 68% en voor vleeskuikens in het welzijnssysteem 53%.

UITDAGING: Klimaat- en stikstofdebat: geen eenduidige oplossingen
De maatschappelijke aandacht voor de veehouderij in West-Europa neemt toe. Klimaat (met betrekking tot broeikasgasuitstoot) en milieu (bijvoorbeeld met betrekking tot het verminderen van stikstofdepositie om de natuur en biodiversiteit te beschermen) zijn de grote thema’s. Consumenten, overheden en ketenpartijen eisen meer aandacht voor deze thema’s.
De dierlijke keten staat voor de uitdaging te voldoen aan de duurzaamheidsrandvoorwaarden die in verschillende landen steeds verder worden aangescherpt, waardoor de ‘licence to produce’ wordt beperkt. Het risico is aanwezig dat maatregelen worden voorgesteld of getroffen waarbij een vermeende duurzaamheidswinst prevaleert boven daadwerkelijke duurzaamheidswinst op de middellange termijn.
ForFarmers richt zich met de doelstelling de broeikasgasuitstoot te beperken op het thema Klimaat. Ook op het thema Milieu zijn we actief door samen met ketenpartijen te werken aan mogelijkheden om de stikstofdeposities te verminderen door bijvoorbeeld het ruwe eiwitgehalte in het rantsoen te optimaliseren (een teveel aan eiwit leidt tot een hogere stikstofuitstoot). Voorwaarde is dat de diergezondheid noch de prestaties van het dier in het geding komen. Ook technische aanpassingen in stallen en andere mestaanwending kunnen resulteren in minder stikstofuitstoot. Bij onderzoeken voor vermindering van bijvoorbeeld stikstofuitstoot wordt rekening gehouden met de bij-effecten op bijvoorbeeld fosfaatuitstoot.

2. Uitstoot van broeikasgassen beperken

Waarom dit onderdeel is van de duurzaamheidsstrategie van ForFarmers

Evenals in andere industrieën, worden in de veevoer- en veehouderijketen broeikasgassen uitgestoten. Broeikasgassen dragen bij aan klimaatverandering. We monitoren daarom de broeikasgasuitstoot van onze eigen activiteiten per ton geproduceerd voer en in totaal. Dit houdt in dat we de hoeveelheid gas, olie, diesel (scope 1) en elektriciteit (scope 2) meten die bij de productie van voer en door het eigen wagenpark wordt verbruikt. Hier kunnen we door ons eigen handelen een verschil maken, al is de broekkasgasuitstoot die geproduceerd wordt binnen scope 1 en 2 minimaal vergeleken bij de uitstoot in scope 3 (uitstoot geproduceerd in de toeleveringsketen van onze grondstoffen en uitstoot op het boerenerf).
Om veehouders te helpen hun CO2-voetafdruk te verkleinen richten we ons bovendien op het leveren van Total Feed-oplossingen, oftewel optimaal duurzame voederconcepten gecombineerd met advies. Dit omvat onder meer het gebruik van co-producten uit de voedings- en drankindustrie (DML-producten zoals wei, bietenpulp, bierbostel en palmpitten) evenals een optimale voederconversie, oftewel meer productie met minder voer (en dus minder verbruik van schaarse grondstoffen). Ook het via systemen monitoren van fosfaatuitstoot is een voorbeeld van hoe we werken aan een verbetering van de CO2-voetafdruk van de sector. De bereidwilligheid van politiek en veehouders om tot verbeterplannen te komen, en van consumenten om bij te dragen aan de additionele kosten zijn hierbij cruciaal.

Wat er is gedaan in 2019

In 2019 hebben we de volgende belangrijke activiteiten uitgevoerd om broeikasgasuitstoot te beperken:

Scope 1 en 2
We hanteren voor de productieactiviteiten een energiebesparingsmatrix, die een lijst weergeeft met projecten in de afzonderlijke landen om de energie-efficiëntie te verbeteren. In het Verenigd Koninkrijk hebben we bijvoorbeeld in verschillende fabrieken investeringen gedaan in nieuwe installaties die productie met een lager energieverbruik mogelijk maken.

We willen daarnaast in toenemende mate hernieuwbare energie gebruiken. In dit verband namen we in 2019 de nieuwe biomassacentrale in Lochem in gebruik. Deze voorziet in nagenoeg de volledige energiebehoefte voor stoomproductie van de fabriek in Lochem, die nodig is om voeders tot korrels te persen. We besparen jaarlijks zo’n 1,7 miljoen m³ aardgas door de biomassacentrale. Het was voor ons een absolute voorwaarde dat de biomassacentrale volledig draait op lokaal houtafval uit de Achterhoek. Het houtafval wordt aangeleverd door Coöperatie Streekhout Achterhoek.

We nemen ook maatregelen om de energie-efficiëntie van de transportactiviteiten (logistiek) te verbeteren. Bijvoorbeeld:

  • De door het eigen wagenpark gebruikte hoeveelheid brandstof (in liters) per ton geleverd voer wordt gemeten en maandelijks geëvalueerd, en op basis daarvan worden ideeën voor verbetermogelijkheden gedeeld.

  • De energie-efficiëntie wordt verbeterd door efficiënte planning van de inzet van voertuigen, wat een betere bezettingsgraad en capaciteitsbenutting oplevert.

  • In het Verenigd Koninkrijk worden proeven gedaan met silo meetsystemen om ordermomenten beter te bepalen en daardoor efficiëntere belading te kunnen plannen met minder uitstoot per ton vervoerd product.

  • We hebben in 2019 verder geïnvesteerd in nieuwe, efficiëntere bulkwagens, vooral in het Verenigd Koninkrijk. Dit betreft het vervangen van wagens met Euro 4 of 5-motoren naar efficiëntere wagens met Euro 6-motoren. Op het continent rijden we al met dergelijke zuinigere motoren. In Duitsland zijn we testen aan het doen met alternatieve, schonere brandstoffen (LNG).

  • In Duitsland is een project gestart waarbij treinvervoer in plaats van wegvervoer wordt ingezet voor het transporteren van grondstoffen.

  • Er zijn verschillende projecten geïntroduceerd die gericht zijn op het optimaal inzetten van de bulkwagens, het minimaliseren van het rijden zonder vracht, het efficiënt laden met grotere opleggers en het zuiniger rijden door chauffeurs.

  • In 2018 werd een test gestart om voer van wagens te lossen met gebruik van accu’s (elektrisch). Gedurende 2019 bleek het herladen van de accu’s tijdens het rijden (door energie die vrijkomt bij het remmen) nog niet goed te verlopen. In 2020 zal worden besloten, op basis van de dan voorliggende verbetermogelijkheden, of dit project een vervolg zal krijgen.

Onze bijdrage op het boerenerf
We dragen zo goed als we kunnen bij aan het verminderen van broeikasgasuitstoot in de toeleveringsketen en op het boerenerf. Het monitoren en meten van broeikasgasuitstoot op het boerenerf op een consistente manier is nog steeds lastig en is daarom nog niet als KPI opgenomen. We hanteren de Sedex-code voor leveranciers, om in te kopen volgens erkende maatschappelijke, ethische en milieunormen. Op het boerenerf helpen we veehouders met onze Total Feed-aanpak bestaande uit voer en advies. We gebruiken daarnaast het programma KringloopWijzer.

 


Voor vleesvarkens introduceerden we in 2019 een nieuw voerconcept genaamd Ultra. Dit concept richt zich op optimale voederconversie, wat eveneens inhoudt dat de CO2-voetafdruk en grondgebruik worden beperkt. Daarnaast draagt het bij aan dierengezondheid door onder meer een betere darmgezondheid, rustigere varkens en een lagere uitval. In de rundveesector zijn we betrokken bij een project om de CO2- en methaanvoetafdruk van voerconcepten te verkleinen. En in de pluimveesector in België lanceerden we het Apollo concept, na het bewezen succes in de andere landen waarin we actief zijn. Met het Apollo concept richten we ons ook op verbetering van voederefficiëntie, met een lagere CO2-voetafdruk en gebruik van minder land.

Het is een uitdaging om concepten te ontwikkelen die impact op de drie thema’s in balans houden. Zo heeft het beperken van de broeikasgasuitstoot en grondgebruik een positief effect op het milieu maar gaat dit vaak ten koste van het welzijn van dieren. Het Gildehoenconcept voor vleeskuikens, bijvoorbeeld, voldoet aan de wens van consumenten de kuikens langer te laten leven in ruimere stallen, en daarmee het dierenwelzijn te verbeteren. Dit concept heeft echter een hogere CO2-voetafdruk doordat er meer grondstoffen, en over een langere tijd, benodigd zijn.

Change layout to 1 column

Hoe donkerder de kleur groen, hoe meer relevant. Bron: ForFarmers

Hoe de voortgang wordt gemeten

Uitstoot van broeikasgassen (kg CO2, per ton)

  2019 2018
  Scope 1 Scope 2 Scope 1 Scope 2
  Productie   Logistiek Productie Productie Logistiek Productie
  Gas Kerosine Stookolie Gas olie Diesel Elektriciteit* Gas Kerosine Stookolie Diesel Elektriciteit
Nederland 3,67       5,75 16,95 4,08     5,55 16,1
Duitsland 3,5       6,45 7,03 3,63     6,71 11,94
België 2,48         3,76 2,19       4,75
VK 4,71 1,36 0,41 0,11 11,25 13,59 4,48 1,28 0,32 10,85 20,67
Totaal gewogen gemiddelde 3,88 1,36 0,41 0,11 8,49 13,81 4,02 1,28 0,32 8,29 16,21
 
*De uitstoot voor scope 2 is gebaseerd op de market-based methode. Ter vergelijking, de uitstoot per ton voer voor scope 2 volgens de location-based methode bedroeg in 2019 in totaal 17,23 (NL: 18,30; Duitsland: 11,88; België 3,75; VK: 20,68). Deze stijging ten opzichte van 2018 kan worden toegeschreven aan de gewijzigde nationale emissiefactoren.

Uitstoot van broeikasgassen (totaal tonnen CO2)

  2019 2018
  Scope 1 Scope 2 Scope 1 Scope 2
  Productie   Logistiek Productie Productie Logistiek Productie
  Gas Kerosine Stookolie Gas olie Diesel Elektriciteit* Gas Kerosine Stookolie Diesel Elektriciteit
Nederland 11.171       6.943 51.654 12.799     6.789 50.456
Duitsland 2.723       2.951 5.466 2.857     3.326 9.395
België 962         1.459 904       1.958
VK 8.398 2.418 733 198 17.237 24.212 8.471 2.424 600 17.522 39.072
Totaal 23.254 2.418 733 198 27.131 82.792 25.031 2.424 600 27.637 100.881
 
*De uitstoot voor scope 2 is gebaseerd op de market-based methode. Ter vergelijking, de uitstoot voor scope 2 volgens de location-based methode bedroeg in 2019 in totaal 103.298 (NL: 55.760; Duitsland: 9.231; België 1.456; VK: 36.850). Deze stijging ten opzichte van 2018 kan worden toegeschreven aan de gewijzigde nationale emissiefactoren

Change layout to 2 columns

In 2019 zijn we overgestapt op een betere, meer accurate manier voor het rapporteren van de CO2-uitstoot. In voorgaande jaren gebruikten we voor het omzetten van het energieverbruik naar CO2 de algemeen geldende factoren in een bepaald land op basis van de nationale energiemix aldaar. Vanaf 2019 gebruiken we de zogenoemde markt-aanpak. Dit houdt in dat we de CO2-conversiefactoren gebruiken van onze energieleveranciers die gebaseerd zijn op de energie die daadwerkelijk aan ons is geleverd. De hernieuwbare energie die we gebruiken heeft een lagere CO2-uitstoot en wordt nu ook meegenomen in de calculaties. Dit zorgt voor een realistischer beeld van onze CO2-uitstoot. We zullen deze methode blijven gebruiken in de toekomst.

Het totaal aantal ton CO2 per onderdeel vertoont een vermindering vergeleken met vorig jaar. Dit komt vooral door verdere uitvoering van energiebesparende projecten (zoals de bouw van de biomassa-centrale), een lager productievolume en een groenere energiemix. Voor 2020 wordt hier verder op gestuurd. De daling van de uitstoot in broeikasgassen in scope 2 – elektriciteit – is aanzienlijk. Dit komt onder meer door de overstap naar een meetmethode waarbij de CO2-emissiefactor van de daadwerkelijk geleverde electriciteitsmix meegenomen wordt, die voor een toenemend gedeelte bestaat uit groene energie.

De CO2-uitstoot per ton voer, de intensiteitsratio, vertoont op gas en elektriciteit een daling vergeleken met vorig jaar. Bij de dieselimpact is echter een kleine stijging. Hoewel de totale hoeveelheid dieseluitstoot afnam ten opzichte van vorig jaar, nam de uitstoot per ton voer iets toe. Dit kwam doordat de capaciteitsbenutting van bulkwagens lager was en de afstand naar klanten groter, vooral voor bepaalde nieuwe voerconcepten. In Nederland worden non-GGO voerconcepten bijvoorbeeld alleen in Deventer geproduceerd. Ondanks de aan de chauffeurs gestelde doelstellingen en de nieuwe bulkwagens resulteerde een en ander, mede door het streven naar een maximale servicegraad, in een iets hogere uitstoot per ton.

UITDAGING: uitstoot meten in de gehele waardeketen
ForFarmers onderkent dat de broeikasgasuitstoot in scope 3, geproduceerd in de inkomende logistieke keten bij de groei, productie en levering van grondstoffen, alsmede  door het voerverbruik door dieren op het boerenerf, significant is. Het meten van deze uitstoot op een vergelijkbare en consequente manier blijft echter een uitdaging. Zonder betrouwbare gegevens is het moeilijk om te bepalen of de broeikasgasuitstoot in scope 3 is verminderd vergeleken met de situatie een jaar eerder. We zijn daarom actief betrokken bij Europese en internationale initiatieven die werken aan een standaard methodologie voor het berekenen van de milieu-impact van de productie en het verbruik van veevoeders. In december 2018 lanceerde het Global Feed LCA Institute, een onafhankelijk initiatief van de voerindustrie, een eerste versie van een database van Feed Life Cycle Analysis (LCA) voedermiddelen. Deze database werd in 2019 verder geactualiseerd, en er werd een verbeterde versie gepubliceerd, met daarin milieu-impact informatie van bijna 1000 belangrijke diervoederingrediënten. We gebruiken nu deze gegevens en hulpmiddelen om de uitstoot die samenhangt met het verwerken van grondstoffen te berekenen. Van ieder voerconcept kunnen we de CO2-voetafdruk berekenen. Deze informatie kan bijvoorbeeld in beschikbaar worden gesteld aan ketenpartners die in de toekomst de producten met CO2-impact gegevens willen labelen.

3. Gebruik van grond, water en energie minimaliseren

Waarom dit onderdeel is van de duurzaamheidsstrategie van ForFarmers

Het minimaliseren van het gebruik van grond, water en energie in de gehele toeleveringsketen is zeer belangrijk voor ForFarmers en veel van haar stakeholders. Gedacht moet worden aan zaken als ontbossing en andere manieren van grondgebruik die samenhangen met het verbouwen van grondstoffen die naar de EU worden geëxporteerd, met name soja en palmolie.
In 2025 zal alle sojameel en palmolie die ForFarmers inkoopt 100% duurzaam gecertificeerd zijn.

We streven als maatschappelijk verantwoorde onderneming naar het inkopen van grondstoffen volgens erkende maatschappelijke, ethische en milieunormen. Dit doen we in lijn met de Sedex-code voor leveranciers, waarin de gedeelde verantwoordelijkheden van leveranciers ten aanzien van de inkoop van grondstoffen zijn opgenomen. Te denken valt aan bedrijfs-ethische normen die gericht zijn op het voorkomen van omkoping, discriminatie, corruptie en frauduleuze zakelijke praktijken, en arbeidspraktijken conform de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO).
Voor wat betreft het totaalbedrag aan product-gerelateerde inkopen in 2019 heeft meer dan 83% van de leveranciers hetzij de Sedex-code hetzij een andere gedragscode voor leveranciers ondertekend (2018: ruim 80%). In 2019 heeft ruim 35% van de leveranciers van niet product-gerelateerde inkopen een gedragscode ondertekend. We zijn in 2019 ook gestart met het gebruik van de Sedex-code onder de DML-leveranciers (meer dan 30%). Deze categorie leveranciers was eerder nog niet meegenomen. Alles bij elkaar vertegenwoordigt dit meer dan 69% van het jaarlijkse totaalbedrag aan niet product-gerelateerde inkopen.  Als leveranciers niet volgens de Sedex-code willen werken bouwen we de relatie af.

Wat er is gedaan in 2019
  • In 2019 bracht FEFAC de Responsible Soy Declaration uit. Europese voerproducenten kunnen op het online platform vrijwillig verklaren dat zij verantwoord geteelde soja inkopen. ForFarmers heeft zich enorm ingezet om dit initiatief Europees en sectorbreed mogelijk te maken. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de transformatie van de sojamarkt. De voorzitter van FEFAC is tevens de Corporate Affairs Director van ForFarmers.

  • ForFarmers is lid van de Ronde Tafel voor Verantwoorde Soja (RTRS) en de Ronde Tafel voor Verantwoorde Palmolie (RSPO) en was actief betrokken bij de ontwikkeling van de richtlijnen voor soja-inkoop die in 2015 door de Europese koepelorganisatie voor voerproducenten FEFAC werden gepubliceerd.

    74,7% van het sojameel en 70% van de palmolie die werd ingekocht voldeed aan de duurzaamheidscriteria van ForFarmers. In het Verenigd Koninkrijk was alle palmolie die werd ingekocht gecertificeerd.

    Bovendien onderschrijft ForFarmers het Amazon Soy Moratorium, dat erin voorziet dat er geen soja in Europese diervoeders wordt gebruikt afkomstig van gronden uit het Amazonegebied die na 2008 ontbost zijn. ForFarmers Nederland en België kopen al 100% gecertificeerde soja in.

  • Actieve deelname aan het ontwikkelen van nieuwe sectorinitiatieven (bijv. Ronde Tafel voor Verantwoorde Soja in het VK) om invoering door de sector te stimuleren en een gelijk speelveld te creëren.

UITDAGING: Is regionaal inkopen duurzamer?
Er lopen diverse initiatieven om meer regionaal grondstoffen in te kopen. Dit is gebaseerd op de zorg over de afhankelijkheid van de veehouderij van import van eiwitrijke grondstoffen zoals soja (95% van de soja in de EU is geïmporteerd) uit landen buiten Europa.
We begrijpen de zorg, maar zien ook de uitdagingen. Europese soja is van mindere kwaliteit omdat de groeiomstandigheden niet zo gunstig zijn als dichtbij de evenaar. Er is meer water nodig en er wordt meer energie verbruikt voor regionale teelt; dit zou kunnen resulteren in een grotere milieuvoetafdruk, ondanks de kortere vervoersafstanden. Uit het uitgebreide stakeholderonderzoek dat in 2019 is gehouden, bleek dat stakeholders het verminderen van de CO2-voetafdruk belangrijker vinden dan het lokaal of regionaal inkopen van grondstoffen. 
We werken ook aan het ontwikkelen van eiwitvervangers om minder afhankelijk van soja te worden. Veel van de huidige alternatieven vergroten echter de milieu-impact van de veehouderij in plaats van deze te verkleinen. Sommige eiwitvervangers veroorzaken bijvoorbeeld een hogere fosfaatuitstoot. Bovendien betekenen alle huidige opties hogere kosten voor de veehouder om de performance gelijk te kunnen houden, en dus hogere prijzen voor de consument.

 
Hoe de voortgang wordt gemeten

% inkoop duurzaam geproduceerde sojameel en palmolie

  Percentage inkoop duurzaam geproduceerde sojameel Percentage inkoop duurzaam geproduceerde palmolie
  2019 2018 2019 2018
Totaal 74,7% 74,8% 70% 70%
Water

Het gebruik van water is niet als materieel thema onderkend door de stakeholders in 2019. Toch vinden we het van belang, als verantwoordelijke organisatie, ervoor te zorgen dat water zo min mogelijk wordt verspild of vervuild zowel in onze eigen processen als in de keten.

In het productieproces wordt water gebruikt om stoom te genereren voor het persen van de brokken. We realiseren ons dat er een balans moet zijn tussen het gebruik van stoom en elektriciteitsverbruik tijdens het productieproces. Op het boerenerf richten we ons op het verbeteren van de efficiëntie door veehouders te helpen hun waterverbruik te verminderen. De trend naar voer met minder ruwe eiwitten vertaalt zich ook in een lagere waterconsumptie door het vee.